Redelijkheid
in Management Kinderopvang, 4 2017
Mag de redelijkheid terug in Den Haag, vraagt NRC-columnist
Tom-Jan Meeus (23 mei). Een mooi stuk over hoe politieke partijen minder
‘schappelijk’ worden. Hoe wij mensen tegenwoordig allemaal minder schappelijk
zijn. Meningen worden op scherp gezet. Niet alleen in de politiek.
Op het moment dat Meeus het stuk schreef, was het nog de
vraag of D66 en ChristenUnie met elkaars opvattingen over voltooid leven zouden
kunnen leven. Meeuws: ‘In de voltooidlevendiscussie draait het er natuurlijk om
dat je mensen met een ander wereldbeeld niet jouw normen oplegt. Dat je
aanvaardt dat de wetgever er ook is voor mensen met een verlangen naar
zelfbeschikking. En andersom: dat de wetgever evengoed mensen moet beschermen
die hun leven in handen van het Opperwezen stellen.
Het uitvergroten van conflicten is een vorm van electorale
reclame, het uitsluitend bewaken van het imago, zei Femke Halsema op een avond
van het online journalistiek medium de Correspondent over constructieve
politiek. ‘En bij het bewaken van dat eigen imago hoort het afbreken van dat
van de politieke tegenstander. Dan dreigt er een vicieuze cirkel van
negativisme, destructie en van antipolitiek waardoor het moeilijker wordt om
nog steun te vinden voor politieke ideeën en oplossingen.’
In een eerdere bijdrage betreurde ik om die reden de oprichting
van een tweede brancheorganisatie. De verschillende opvattingen in de
kinderopvang worden uitvergroot in plaats van overbrugd.
Toch zie ik ook voordelen. Niet langer zijn verschillende
visies in de branche uitsluitend een interne aangelegenheid, met slaande deuren
in een verenigingsgebouw, het vertrek van een of meerdere bestuursleden of
mopperende leden die hun lidmaatschap opzeggen. Verschillende inzichten worden
ook uitonderhandeld met een derde partij, zoals de minister. Denk daarbij aan
de verschillende rollen die beide brancheorganisaties speelden bij de
totstandkoming van het IKK-akkoord en de bkr-maatregelen.
De uitkomst van zo’n onderhandeling is bijna altijd een
compromis. Dat is een onderhandelingsresultaat waar niemand tevreden over is, wordt
wel eens gezegd. Maar Nederland is altijd een land van compromissen geweest.
Dat is niet spannend, maar doet wel het meest recht aan de verschillende
meningen die er in een samenleving heersen, in een branche als de kinderopvang
heersen. Een compromis komt er dankzij echte inzet: grijpen naar het
onmogelijke om het mogelijke te bereiken. Een goed compromis is een begaanbare
weg waarbij iedereen het gevoel heeft iets gewonnen te hebben. Een weg waarop
iedereen kan blijven dromen in plaats van op te geven.
Aanvaarden dat niet iedereen hetzelfde denkt en daar
rekening mee houden, is bovendien een stuk eleganter dan hard roepen vanaf een
plek waar je niet gehoord wordt.