maandag 20 oktober 2008

Binnenkort verschijnt:

En al was mijn moeder thuis. Praktische handreiking bij het vormgeven van dagarrangementen.

Onder redactie van Anja Hol, Leonie Heutz, Fred Verhees en Astrid van de Weijenberg, Uitgeverij SWP Amsterdam. ISBN: 9789066659988224. Eerste druk 2008
Deltacommissie

Column in Management Kinderopvang, oktober 2008

GroenLinks wil een Deltacommissie om de jeugdproblematiek aan te pakken. Zo lees ik in de Volkskrant. Gelukkig is er tegenwoordig voor alle moeilijke vragen in het leven één duidelijke oplossing: je zet een aantal mensen bij elkaar, zij onderzoeken de problemen en komen met een voorstel. Je noemt het taskforce. Of nee, dat is eigenlijk al weer verouderd. Deltacommissie is nu het toverwoord. Dat is nog niet tot de MOgroep doorgedrongen, die houdt het nog bij een taskforce. De MOgroep wil een Taskforce Kinderopvang-Onderwijs.
Waar dat geloof in een deltacommissie/taskforce vandaan komt, is onduidelijk. Want daags nadat Cees Veerman, de commissievoorzitter van de oorspronkelijke Deltacommissie met zijn ideeën en voorstellen kwam, werd zijn onderzoek al weer onderuit gehaald. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de zeespiegel zo hard stijgt als de Deltacommissie verwacht.
Zou het anders zijn in de kinderopvang waar men het ook niet eens kan worden over de stijging of daling van de arbeidsparticipatie? Waar uitspraken over de toekomstige behoefte aan kinderopvang toch vooral uit de glazen bol moeten komen?
Het effect van prijs op de arbeidsparticipatie van vrouwen wordt overschat, zegt het SCP.
Bezuinigingen hebben wel degelijk groot effect op de arbeidsparticipatie, zegt oppositiepartij VVD. Niet waar, zegt Dijksma. In bijna een op de vijf gezinnen die gebruikmaken van gastouderopvang zal een van de ouders stoppen als bezuinigingen doorgaan, laat het Platform Kwaliteit Gastouderopvang uit onderzoek blijken. Het is niet te voorzien wat de effecten zijn van de door Dijksma aangekondigde maatregelen, zegt de MOgroep. En dat lijkt me heel eerlijk.
En dan verschijnt er ook nog gelijktijdig met grootschalige demonstraties voor behoud van de gastouderopvang een rapport dat meldt dat gastouderopvang beter is dan opvang in kinderdagverblijven. Een serieus te nemen onderzoek, door gerenommeerde onderzoekers, dat wel. Maar qua timing lijkt het een publiciteitsstunt.
Ook wij, als medewerkers van Management Kinderopvang, krijgen vaak de vraag of we niet voor eens en altijd goed kunnen uitzoeken wat het effect is van de Wet kinderopvang, en de effecten van lagere vergoedingen. Meer onderzoek dus in het blad. Onderzoek is inderdaad prachtig, maar een groot nadeel van onderzoek is de conclusie. Die luidt negen van de tien keer dat er meer onderzoek nodig is.

donderdag 2 oktober 2008

Majesteiten

Column in eigenWijs nr. 20, tijdschrift voor pedagogische medewerkers van Kinderopvang Humanitas

‘Elk kind dat in Nederland na 1980 geboren is, lijkt in de wieg gelegd te zijn in een t-shirt met de tekst: I am Special. Niet om de een of andere prestatie, maar vanzelf al. Wij prijzen de tekening van een kind van drie alsof het om een Picasso gaat. Dat is goed voor het zelfvertrouwen, maar het houdt wel de realiteit buiten de deur.’ Dit zijn woorden van Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie (Intermediair, 20 maart 2008). En wat is het gevolg, meent Derksen, op latere leeftijd zijn onze kinderen als tropische vissen in de Noordzee: de werkelijkheid is hard, alles doet hen zeer. Een tweejarige vindt zichzelf de koning van het heelal, het middelpunt van de wereld. In die fase moet je een kind daarom ‘optimaal frustreren’, vindt Derksen. En optimaal frustreren is bijvoorbeeld een kind laten verliezen met een spelletje, maar ook hem laten zien dat hij valt omdat zijn beentjes nog te kort zijn. Zo voorkom je dat kinderen opgroeien met het idee dat ze al helemaal perfect zijn.
Derksen verwoordt voor mij waarom ik zo’n moeite heb met het nieuwe kindercentrum dat onlangs bij mij om de hoek is geopend. Sorry, het is geen kindercentrum, maar een kinderdagpaleis. Zo noemen ze zichzelf. Op de website worden kinderen aangesproken als hoogheden en majesteiten. De inrichting is een paleisje. Letterlijk. Met veel tronen en er is veel hermelijnrood en goud dat er blinkt. De kinderen zijn hier de koning van het heelal.
Commercieel gezien hebben de uitbaters groot gelijk. Het kindercentrum onderscheidt zich duidelijk van de concurrent die twee straten verderop is gevestigd. Het idee spreekt een bepaalde groep ouders aan, want om mij heen hoor ik enthousiaste geluiden.
Opeens ziet mijn eigen vertrouwde kindercentrum er kaal en ongezellig uit. Toch zou ik het niet willen inruilen voor het nieuwe. Hier worden de kinderen niet als majesteiten op hun wenken bediend, maar leren ze juist op hun beurt wachten, samen delen en samen spelen.
Achter iedere inrichting zit een filosofie. Ook al is die niet meteen zichtbaar. Aan pedagogische medewerkers de taak om ouders uit te leggen waarom hun kindercentrum eruit ziet zoals het eruit ziet. Zodat ze zien dat er misschien wel meer goud blinkt in een sober en rustig ingericht kindercentrum dan in een sprookjespaleis.