donderdag 8 juli 2010

Pedagogische kwaliteit

Column in eigenWijs, tijdschrift voor pedagogisch medewerkers van Kinderopvang Humanitas, 27 2010

‘Een middag gewoon lol hebben op de BSO, daar heb je wél pedagogische kwaliteit voor nodig! Maar zoiets gebeurt bijna niet meer.’ Dat zegt Gjalt Jellesma, voorzitter van oudervereniging BOinK, in het internetblad Nul12. Hij is daarin kritisch over activiteiten als sport en muziekles op de BSO. Ze stuwen de uurprijs op en de pedagogische kwaliteit verdwijnt naar de achtergrond.
Als ouder vind ik het prettig dat kinderen naar bijvoorbeeld muziekles of zwemles kunnen tijdens de BSO. Als we het makkelijker willen maken om arbeid en zorg te combineren, dan is dat een goede manier. Niet meer op je vrije middag in het hete zwembad of halen en brengen naar turnen. En belangrijker nog: zo blijft er voor kinderen ook nog wat speeltijd thuis over. Spelen met vriendjes in de buurt of afspreken met een klasgenootje kunnen sommige kinderen niet meer. Drie middagen BSO, voetbal en pianoles: hun weekprogramma zit helemaal vol.
Maar Jellesma heeft wel een punt dat er pedagogische kwaliteit nodig is voor een middagje lol op de BSO. Ik weet niet of dat bijna niet meer gebeurt, zoals hij zegt, maar wel zie ik dat het moeilijk is om een goede balans te vinden tussen een bomvol BSO-programma of de kinderen volledig hun gang laten gaan. Ook de stelling over dit onderwerp op de website van het Pedagogisch Kader roept veel reacties op (pedagogischkader.nl).
Alles mag, niets moet, zeggen we altijd over de BSO. Dat niets moet, houdt het gevaar in dat kinderen een beetje verloren rond lopen. Erg afhankelijk van wie er met ze wil spelen. Die verlorenheid is de ergste nachtmerrie van een ouder. Ik kom wel eens op BSO’s waar ik als ouder erg ongelukkig van zou worden. Niet dat de pedagogisch medewerkers niet lief zijn voor de kinderen, maar ze zijn vooral met andere dingen bezig. Met opruimen, afwassen, met elkaar kletsen. Ze lijken bijna vergeten dat de kinderen er zijn. Voor heel veel kinderen geeft dat niet. Die vinden hun draai wel, die vinden het misschien wel lekker. Maar pedagogische kwaliteit is vooral oog hebben voor kinderen bij wie het niet vanzelf gaat, voor de kwetsbare kinderen. Een sociaal vaardig kind dat altijd met iedereen vriendjes is, kun je als ouder overal achterlaten. Maar van een professionele BSO verwacht je dat ze ook jouw niet zo toegankelijke kleuter een fijne middag bezorgen. En daar is inderdaad pedagogische kwaliteit voor nodig.
Wel of geen staatsopvoeding

Column in Management Kinderopvang, 6/7 2010

Even leek de fusie tussen MOgroep en de Branchevereniging Kinderopvang Nederland een gelopen race. Eind november vorig jaar stemden de leden van beide verenigingen in met het voornemen tot samenvoeging. Maar dat de Branchevereniging afzag van ondertekening van het eindrapport van de Taskforce Kinderopvang/Onderwijs zet het proces een flinke stap terug. De Branchevereniging had volop meegedaan in het denkproces, maar kon zich niet achter het eindresultaat scharen.
‘De Branchevereniging deelt op essentiële onderdelen de beschreven visie in het rapport van de Taskforce van Ina Brouwer niet’, schrijft ze in haar persbericht van 25 maart. De Taskforce van Ina Brouwer? Van Agnes Jongerius van de FNV tot Loek Hermans van MKB-Nederland tot Kete Kervezee van de PO-Raad, de top van de Nederlandse samenleving was erbij. En de Branchevereniging doet alsof het een gedachtenspinsel is van Ina Brouwer. Met zo’n opmerking maak je geen vrienden.
Te veel overheidsinvloed, stelt het persbericht verder. Merkwaardig is dat voorzitter Willem Vermeend in het aprilnummer van BBMP zegt de citaten die Trouw (26 maart) uit het persbericht heeft overgenomen niet te herkennen: ‘Ik ken die citaten niet. In ieder geval komen ze niet van mijn bestuur. Laat ik het zo zeggen: het is geen bestuursopvatting.’ Nou is PvdA’er Vermeend de laatste tijd wel vaker in de war. Vlak voor de verkiezingen prees hij het partijprogramma van de VVD nog aan als het beste voor de economie.
Te weinig ruimte voor vraagsturing en ondernemerschap, gaat het persbericht door. Hoe dan ook, het moge duidelijk zijn dat de twee brancheverenigingen een verschillende visie op kinderopvang hebben. De Branchevereniging ziet de kinderopvang als een onderneming, de MOgroep als een maatschappelijke voorziening. In dat laatste geval is een coöperatie van onderwijs en kinderopvang geen probleem, in het eerste wel.
‘Staatsopvoeding door professionals’, noemt ook Wendeline van Luijk van Gastouderbureau Flexmoeders (lid van de Branchevereniging) het in haar weblog. En ze verwijst nog eens fijntjes naar Ina Brouwer als ‘oud-communist’.
De Besturenraad (vereniging van christelijke scholen) vindt dat de Branchevereniging terecht beducht is voor verregaande overheidsinvloed op de opvoeding, maar is wel voor een integrale voorziening. Daarom vindt de Besturenraad dat het onderwijs de regierol moet vervullen. ‘Daarbij is ruimte voor het creëren van een doorlopende pedagogische leerlijn volgens de visie van de onderwijsinstelling’, schrijft de Besturenraad op haar website. Twee honden vechten om een been en de derde loopt er ras mee heen.