dinsdag 15 januari 2013

Afstemming

Column in Management Kinderopvang 12, 2012

Op het raam van mijn huis hangt een poster met een schreeuwend kind en de tekst: Handen af van de
peuterspeelzaal. De peuterspeelzalen in mijn gemeente dreigen namelijk door een flinke bezuiniging het loodje te leggen. De afgelopen maanden ben ik vaak de boer op geweest voor het behoud ervan. We hebben geflyerd op de markt met een tegenbegroting, waarin de bezuinigingen op een socialere manier zijn ingevuld. We hebben een protestbijeenkomst georganiseerd waarbij de opkomst zo hoog was dat niet eens alle verontwaardigde burgers in het gemeentehuis pasten. Peuterspeelzalen, kinderopvang en ook de scholen lieten tijdens deze bijeenkomst weten hoe belangrijke het peuterspeelzaalwerk is voor de ontwikkeling van kinderen. En gelijk hebben ze. Maar toen de vijfde inspreker vertelde dat kinderen die niet naar een voorschoolse voorziening gaan met een grote achterstand de basisschool binnenkomen, begon het bij mij toch een beetje te kriebelen. En ook bij de door ons ingehuurde gespreksleider. ‘Mijn kinderen zijn nooit naar de peuterspeelzaal geweest’, zei hij. ‘En ik geloof niet dat ze nu een achterstand hebben.’
Hoe goedbedoeld en begrijpelijk, de verdedigers van de voorschool/peuterspeelzaal dreigen soms door te schieten. Ze lijken daarmee de visie van Plato aan te hangen. In Plato’s ideale staat mogen de hoeders ofwel de laagste bevolkingsgroepen niet hun eigen kinderen grootbrengen. Die dragen zij meteen na de geboorte over aan functionarissen die speciaal voor dat doel zijn aangesteld. De Tsjech Tomas Sedlacek beschrijft Plato’s visie in zijn ondanks verschenen en populaire boek ‘De economie van goed en kwaad’. ‘De heersende stroming in het economisch denken ligt al met al niet zo ver af van ditzelfde concept’, schrijft Sedlacek.
Onze maatschappij kent een rare tweespalt waar het de jongste kinderen betreft. Aan de ene kant wordt volop gediscussieerd of 2- en 3-jarigen niet naar school moeten, of de leerplicht niet moet worden vervroegd, of we ouders niet moeten verplichten hun kinderen naar de voorschool te sturen. Want je kunt niet vroeg genoeg beginnen met de ontwikkeling van kinderen, in de door onze maatschappij gewenste richting. Overal wordt bezuinigd maar het regeerakkoord trekt extra geld uit voor extra investeringen in voor- en vroegschoolse educatie.
Tegelijkertijd is de boodschap van veel gemeenten aan professionele peuterspeelzalen: ga maar met vrijwilligers werken in plaats van met twee dure beroepskrachten op een groep. Of ze knijpen de subsidiestroom dicht zodat speelzalen moeten sluiten.
Onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie moeten op elkaar afgestemd zijn, schrijft het regeerakkoord. Inderdaad, laten we daar nu eindelijk eens werk van gaan maken. Op een ontspannen manier. Niet in het belang van de arbeidsmarkt of van werkende ouders, niet omdat we vinden dat allochtone ouders het niet goed doen, maar in het belang van de kinderen.