dinsdag 16 oktober 2007

Zielig

Column in Management Kinderopvang 10 2007

In de zomervakantie fiets ik met mijn dochter van vijf langs de plaatselijke kinderopvang waar ze bijna vier jaar met veel plezier heenging. ‘Mam, de crèche is open’, roept ze verbaasd uit. Als ik uitleg dat papa’s en mama’s toch ook in de schoolvakantie moeten werken, zegt ze uit de grond van haar hart ‘wat zielig voor die kleine kinderen’.
Jonge kinderen horen thuis bij hun vader en moeder. Dat impliceert mijn dochter; dat vinden de meeste kinderen. Ouders willen het liefst hun jonge kinderen dicht bij zich houden. Meestal althans. Want soms is het ook heerlijk om achter je bureau te kunnen kruipen in plaats van over de grond.
Waarom spreekt de branche ouders daar dan niet op aan: Moeder, natuurlijk doe je het het liefst zelf, maar de kinderopvang is een heel goed alternatief voor als je ook wilt of moet werken.
‘Kinderopvang. Dat gun je ieder kind’: dat draait de zaken om. ‘Zonder kinderopvang doe je je kind tekort’, las ik zelfs in een uitgave van Stichting Promotie Kinderopvang (in het blad Papa). Nu slaat men echt door. Dat is nog uitsluitend munitie voor de thuisblijfmoedersvereniging. En je zou bijna sympathie voor hun standpunt krijgen.
Het recente ING-rapport Kinderopvang ziet een imagoverbetering als voorwaarde voor verdere groei in de kinderopvang. Maar met deze campagne ga je de oorlog niet winnen. De recente groei van de buitenschoolse opvang lijkt me dan ook vooral te danken aan de koppeling van de bso aan de basisschool, die natuurlijk een ijzersterk imago heeft.
Niet voor niets heet het rapport van het SCP over de bso ‘Liefst zoals thuis’. Kinderopvang zal door ouders altijd gezien worden als second best. Kom daar dan ook gewoon voor uit. Doe zoals Avis, de tweede autoverhuurmaatschappij achter Hertz. Dat hanteert al veertig jaar de slogan ‘We try harder’. Omdat het zich altijd tegenover nummer één moet bewijzen. Avis bedoelt daarmee dat ze elke mogelijkheid aangrijpt om te verbeteren en verwachtingen te overtreffen. Of zoals ze zelf zeggen: ‘Het is onze belofte aan u om altijd een stap verder te gaan!’ Inmiddels is Avis in Europa marktleider.

donderdag 4 oktober 2007

Zacht en soepel

Column in eigenWijs nr 16, tijdschrift voor pedagogische medewerkers van Kinderopvang Humanitas

Moeders vinden zichzelf niet consequent genoeg. Dat bleek onlangs uit een enquête van J/M, maandblad voor ouders. Ik ben ook zo’n moeder. De woorden ‘vooruit’ en ‘voor deze keer’ liggen mij voor in de mond. En wat ik de ene dag verbied, sta ik de volgende dag ruimhartig toe.
Consequent zijn: dat is het advies dat elke jonge ouder krijgt. Van oma, van de buurvrouw, van de nanny op tv. Maar hoe kun je consequent zijn als de omstandigheden steeds anders zijn? Gelukkig vind ik een gelijkgestemde in mijn opvoedbijbel, het onvolprezen boek De Tao Te King voor ouders (William Martin). ‘Wees altijd flexibel. Wees alleen standvastig als het om compassie gaat.’ En: ‘Kinderen zijn zowel lichamelijk als geestelijk bijzonder flexibel. Het grootste geschenk dat we ze kunnen geven, is hun voorbeeld te volgen.’
Maar flexibel zijn is misschien nog wel moeilijker dan consequent zijn. Het betekent dat je continu moet nadenken over wat je waarom doet. Moeilijk, vooral voor leidsters voor wie consequent zijn het leidende principe is. Heb je dorst? Jammer, maar hier eten wij altijd eerst het fruit en dan pas drinken we limonade. Wil je spelen? Nog even wachten op Pietje, die met lange tanden zijn brood wegkauwt, want wij blijven altijd aan tafel totdat iedereen klaar is.
Een poos geleden ondervond ik als ouder aan den lijve een staaltje inflexibiliteit. De ochtend na Sinterklaas mochten mijn oudsten op de basisscholen later beginnen. Ik vond dat mijn driejarige op het kindercentrum daarom ook wel uit mocht slapen. Ik schoof mijn dochter dus een kwartier na de officiële brengtijd stilletjes naar binnen. En ik kreeg meteen de wind van voren: wat zou het een chaos worden als alle ouders zelf gaan denken en zelf bepalen wanneer ze hun kind brengen.
Nu kende ik deze leidster al zes jaar en in die zes jaar was ik nog niet één keer te laat geweest, niet bij het brengen, niet bij het halen. Ik was dus met stomheid geslagen. De hele dag bleef haar uitval me dwarszitten. Ik heb er nooit wat van gezegd, ik heb geprobeerd standvastig in mijn compassie te blijven. Want zegt de Tao: ‘Als mensen ouder worden, worden hun lichaam en geest hard en onbuigzaam of zacht en soepel. Waar kies jij voor?’ Ik koos voor zacht en soepel, maar ook daarin ben ik niet altijd consequent. Helaas.