donderdag 28 april 2011

Optimisme

Column in Management Kinderopvang, april 2011

Vorige week reden wij in een optocht achter elkaar, een kleine tweehonderd ouders met hun 9-jarige en 12-jarige kinderen. Allemaal naar de naburige plaats voor vaccinaties. Natuurlijk werd er gecarpoold, maar dan nog was dit onnodige milieubelasting. Bovendien vond de regionale prikdag plaats op een dinsdag, voor iedere ma-di-domoeder een werkdag. Hoezo werk en zorg makkelijker maken? Doorgeschoten efficiency van de GGD. Ik mailde er over met de coördinator. Zij noemde mij zeven argumenten waarom het zo moest. Ik mailde er haar zeven terug waarom niet.
Een van haar belangrijkste argumenten was kostenbesparing, van mij ontheemding. Vroeger hadden wij in mijn stadje twee consultatiebureaus, waaronder een in een beetje groezelig oud monument. Daar kwam je collega-ouders tegen. Daar praatte je informeel over je zorgen en slapeloze nachten. Consultatiebureaumedewerkers en ouders kenden elkaar. Nu moeten ouders ellenlange vragenlijsten invullen. Vragenlijsten die intimiderend overkomen, zo bleek onlangs uit een enquete van Ouders Online.
Er is bij ons nog steeds een consultatiebureau, spik en span. Het is tevens het centrum voor jeugd en gezin. Fantastisch aangekleed. Maar wanneer komen ouders zonder baby’s daar nog? Hoe maak je zo’n centrum laagdrempelig? Door ouders er op onschuldige momenten naar toe te laten gaan. Om te prikken bijvoorbeeld.
Aan de ene kant tuigen we in Nederland nieuwe instellingen op. Aan de andere kant breken we ieder initiatief weer af. De GGD (in mijn regio nog wel gefuseerd met de jeugdgezondheidszorg) kan niet anders, zegt ze, omdat het budget te krap is.
Dat zien we meer. Net lekker bezig als school om passend onderwijs vorm te gaan geven: de minister kort een kwart op het budget. Net gelukt om op je school witte en zwarte leerlingen binnen te halen: de minister zegt dat het niet meer nodig is. Net als kinderopvang veel geïnvesteerd in VVE: de minister schuift de voorschool binnen bij het onderwijs.
Toch zijn er nog steeds mensen, in de kinderopvang en het onderwijs, die hun optimisme niet verliezen. En die mensen gaan het maken. De schooldirecteur die ondanks alles wegen vindt om meer kinderen extra begeleiding te bieden. Bijvoorbeeld door zelf een bso te beginnen en bso-medewerkers in te zetten als klassenassistent. Ook de geslaagde voorbeelden van brede scholen zijn bijna allemaal tot stand gekomen vanwege enthousiast mensen die hun optimisme niet verliezen, die doorgaan en nieuwe ideeën durven uit te proberen. Ook al staat niet vast dat ze gaan slagen. Mensen die het anders durven te doen. Het is niet moeilijk om cynisch te worden in deze tijd. Maar de wereld is aan de optimisten. Daar ben ik optimistisch in.

donderdag 7 april 2011

Op de kleintjes letten

Column in Management Kinderopvang, 3 2011

Dit is niet mijn kabinet, vriend. Dit is ook niet mijn idee van bezuinigen. En toch snap ik de sentimenten achter de bezuiniging op het hoger onderwijs. Ik was afgelopen jaar op diverse hogescholen in het land. Het ene gebouw is nog hipper dan het ander, groot, soms
bijna megalomaan. ROC’s en hogescholen geven daarnaast een vermogen uit aan reclame, meldde NRC Handelsblad (5 febr. jl.) Het voortgezet onderwijs volgt die trend. In hun gevecht om de schaars wordende leerlingen kijken ze niet op een paar tientje. Scholen jutten elkaar op. Aan campagnes voor het werven van leerlingen geven ze tussen de 15.000 en 75.000 euro uit, schat de NRC.
Ik snap dus staatssecretaris Zijlsta als hij vindt dat het best een tandje minder kan in het (hoger) onderwijs. Maar waarom wordt de gehandicapte student die iets langer nodig heeft om af te studeren, dan de dupe.
Dit is ook niet mijn idee van bezuinigingen als het gaat om Passend onderwijs. Maar ook hier snap ik de sentimenten. Wie ooit een jaarverslag heeft gelezen van de samenwerkingsverbanden in onderwijs en zorg weet wat ik bedoel. Zelfs voor geoefende lezers van ambtelijke stukken is er vaak geen touw aan vast te knopen. Zo veel verschillende loketten, zorgcirkels, overleggen, doelstellingen en plannen. En zo weinig zie je ervan terug in de praktijk. Veel geschreeuw en weinig wol. En Passende onderwijs lijkt tot nu toe nog niet veel verder te zijn gekomen dan zo’n zelfde ambtelijk geschreven rapport.
Dus ik snap minister Van Bijsterveld als ze zegt dat er minder bureaucratie moet komen. Maar waarom wordt dan de ambulant begeleider die een slechthorend kind in het reguliere basisonderwijs begeleidt de wacht aan gezegd?
Wat heeft dit alles met de kinderopvang te maken? In de kinderopvang zie je een toenemende grootschaligheid. De hoofdkantoren worden groter, de auto’s van de zaak dikker, iedereen een blackberry. Vroeger dachten we dat dit allemaal voorbehouden was aan het bedrijfsleven. Maar het is gezonken cultuurgoed, van bedrijfsleven naar de universiteit, hogeschool, mbo-opleiding, voortgezet onderwijs, basisonderwijs en nu ook naar de kinderopvang. Tegelijkertijd zie je een toenemende dédain voor manager bij het grote publiek. En dit kabinet speelt daarop in. Veelverdienende bestuurders worden teruggefloten. En terecht. Vakbonden en medezeggenschapsraden in het onderwijs houden steeds beter in de gaten of de overhead nog in verhouding staat tot het geld dat naar het primaire proces gaat. En terecht.
Aan de kinderopvang dus de taak om niet dezelfde fouten te maken. Kinderopvang blijf op de kleintjes letten.