In mijn min of meer doodlopend straatje zie ik opeens
kinderen lopen turend op hun telefoon. Op plekken waar ik normaal alleen
wandelaars van een zekere leeftijd zie, kom ik opeens Pokémonspeurders tegen.
Mee met papa en mama een stad bezoeken? Prima, misschien zie je er een steen
Pokémon. Oma ophalen van Schiphol? Wie weet vind je er een flight Pokémon. Pokémon
Go telt kortom vele zegeningen.
Wat je ook vindt van de Pokémon-rage kinderen bewegen en ze
krijgen de vrijheid om zelfstandig op stap te gaan. Onder het juk uit van pap
en mam, klaar met het georganiseerde vakantiekamp, weg van de activiteiten op
de bso. Kinderen worden namelijk steeds meer geëntertaind. ‘Wij verdwenen
vroegen een hele dag van de radar’, zegt mijn vader als hij zijn jeugd
beschrijft. ‘Onze ouders hadden geen idee waar we uithingen.’ Kom daar nog eens
om.
Een kant-en-klaaraanbod, dat is wat ook veel kinderen
krijgen om de lange zomervakantie of de uren na schooltijd op te vullen. Een
uitkomst voor werkende ouders, maar het kan ook een valkuil zijn. De BSO heeft
als motto: alles mag en niets moet. Maar je moet als kind sterk in je schoenen
staan om rustig in een hoekje een boek te blijven lezen. Of alleen maar voor je
uit te staren.
Kinderen krijgen van alles te veel, las ik ooit in een
artikel in de Volkskrant over ontwikkelingspsycholoog Gerrit Breeuwsma. Te veel
spullen, aandacht, stimulans, etiketten als ADHD en dyslexie. Maar van een ding
krijgen ze steeds minder: tijd. Tijd om niks te doen, voor zich uit te staren,
te lummelen en zich te vervelen.
Niks doen, zegt Breeuwsma, staat hun ontwikkeling helemaal
niet in de weg. Integendeel, verveling kan een bron van creativiteit zijn.
‘Veel kunstenaars en wetenschappers melden dat aan hun grootste ontdekkingen
een periode van leegte voorafging, en zo werkt het ook bij kinderen. De ene
activiteit is afgelopen, de andere heeft zich nog niet aangediend en dan moeten
ze dus bedenken: wat zal ik nu eens gaan doen? Als je ze de ruimte laat, komen
ze vanzelf wel met een oplossing.’
Tegelijkertijd moet je niks doen ook niet idealiseren, zegt
de tegenbeweging. Een groot deel van de Nederlandse kinderen krijgt een erg
mager aanbod. Het is de happy few die van balletles, naar hockey, naar piano
jakkert.
Professionals die zich met kinderen bezighouden, moeten dus
zoeken naar een juiste balans tussen bewegen en rust, tussen drukke
activiteitenprogramma’s en even lekker aan je lot overgelaten worden, tussen
het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen en het stimuleren van de
zelfredzaamheid en de fantasie.