maandag 17 oktober 2016

Opa-oma-opvang

Column in eigenWijs 48, tijdschrift voor pedagogisch medewerkers van Kinderopvang Humanitas


Ik had de eerste regels van deze column al geschreven: over de druk op jonge kinderen. Tot een kennis me op andere gedachten bracht. Ik stond vertederd over de wandelwagen gebogen, met daarin zijn kleinzoon van vier maanden. Hij had net een rondje gelopen om hem rustig te krijgen. Dat had gewerkt. Het jongetje lag schattig te slapen. ‘O, wat leuk, dat hij zo regelmatig bij jullie komt’, liet ik me ontvallen.
De kennis had daar andere gedachten over. Te druk, vond hij het. Vooral ook voor zijn vrouw die een zware baan in het onderwijs heeft en op haar vrije dagen echt bij moet komen. Maar ja, zijn zoon moest studeren en dus kwam kleinzoon op papadagen bij opa en oma. Ook de andere kleinkinderen worden regelmatig gebracht. Binnenkort komen beide kinderen in de buurt wonen. Ik ben bang dat opa en oma het nog drukker zullen krijgen.
Het is het lot van veel ouderen in Nederland. Gingen velen nog niet zo lang geleden op hun 57ste met vervroegd pensioen, nu werken ze door tot bijna 67. Daarnaast zijn ze vaak mantelzorgers voor hun steeds ouder wordende ouders en oppas voor hun kleinkinderen.
Lang leve, de kinderopvang, zou je zeggen. Maar jonge ouders denken vaak dat opa en oma het heel leuk vinden om voor de kleinkinderen te zorgen. En het scheelt in hun portemonnee. Sommige opa’s en oma’s vinden het ook heel leuk. Toch zijn er ook talloze andere redenen waarom ze geen ‘nee’ zeggen. De andere opa en oma doen het ook. Voor het andere kind hebben we het ook gedaan. Een goede band met de kleinkinderen is belangrijk, maar er is weinig tijd voor zondagse visite in het drukke leven van ouders.
Minister Asscher van Sociale Zaken wil opa en oma als officiële gastouder uitsluiten van de kinderopvangtoeslag. Met als argument: dit kan leiden tot meer kwaliteit in de gastouderopvang.
Ik weet niet of er iets mis is met de kwaliteit van opa en oma. De kinderopvang juicht het toe als ouders hun kinderen naar de formele opvang brengen; veel opa’s en oma’s ook.

Moeten we op deze plek medewerkers van de kinderopvang overtuigen van het belang van formele kinderopvang? Ja, misschien wel, want hoeveel pedagogisch medewerkers brengen hun eigen kinderen naar hun ouders? Op zich niets mis mee. Maar ook de zoon van mijn kennis denkt wellicht dat hij zijn ouders een plezier doet als hij zijn baby wekelijks brengt.