column in Management Kinderopvang 1/2 2014
We willen samen werken aan voorschoolse voorzieningen: dat was de teneur van de brief die de Brancheorganisatie Kinderopvang, de MOgroep, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de PO-Raad naar minister Asscher stuurde. Dat was september vorig jaar. De minister liet weten dat hij heel verheugd was met dit initiatief. En misschien was hij ook wel een beetje verbaasd. Maar dat zei hij er niet bij. Wel leek hij goed te beseffen dat een dergelijke saamhorigheid uniek is. Hij prees de betrokken partijen daarom nadrukkelijk.
In de nieuwe discussie naar aanleiding van de zogenoemde Peuterbrief van Asscher lijken de gemeenten en de kinderopvang hun eigen stellingen weer in te nemen. Over het basisidee is iedereen het nog steeds eens. Er moet één integrale voorziening komen voor opvang, ontwikkeling en onderwijs. Dat moet een gezamenlijke verantwoordelijkheid worden, schreven de voorzitters destijds in een opinieartikel in het Haarlems Dagblad (14 september 2013).
Die basisvoorziening is er nog niet. Dat is een stapje te ver voor de minister in een kabinet waarin de VVD een zware stem heeft. Het blijft dus bij wat men tegenwoordig een stip op de horizon noemt.
Ondertussen roeren wethouders van grote steden zich nadrukkelijk in de media. Zij zien hun budget slinken en daarmee hun eigen beleidsruimte. Terwijl ze zo leuk bezig waren met hun eigen ideeën voor een peuterschool of 0-groep. Hebben ze net de kinderopvang zo vakkundig buiten de deur weten te houden, komt die via de achterdeur weer binnen.
Bovendien gaat het gemeentelijk budget voor peuterspeelzaalwerk omlaag. En gaan ouders straks niet massaal naar de kinderopvang als ze eenmaal die drempel hebben genomen om kinderopvangtoeslag aan te vragen?
Dus ontstaat er getouwtrek tussen kinderopvang en peuterspeelzaal, tussen gemeenten en kinderopvangorganisatie. De VNG heeft gelijk dat kinderen het meest baat hebben bij wat zij noemt ‘ontwikkelrecht’: ieder kind moet een aantal dagdelen naar een voorschoolse voorziening kunnen. Maar dat krijgt Asscher er nu juist niet door in dit kabinet. Dus moet hij een tussenstap nemen.
Bovendien krijgen gemeenten de komende jaren voldoende op hun bordje met de overheveling van een deel van de AWBZ, de jeugdzorg en de uitvoering van de Participatiewet. Nog bijna geen enkele gemeente is daar klaar voor.
Een integrale voorziening voor jonge kinderen is het uiteindelijke doel en misschien is die inderdaad het meest op zijn plek onder de hoede van de gemeente. Wie zal het zeggen. Maar Asscher heeft goed gezien dat gemeenten nog niet zo ver zijn.