dinsdag 10 januari 2012

Droomverhaal

Column in Management Kinderopvang, december 2011

In een ander leven ben ik gemeenteraadslid. Een fractiegenoot stelde onlangs voor een motie te maken om dagarrangementen te bevorderen, door scholen en kinderopvang mee te laten doen aan een proef van OCW. Ik betrapte mezelf op een grote dosis scepsis. ‘Hè nee, geen dagarrangementen’, dacht ik.
Het is het woord dagarrangement, waar ik allergisch voor ben geworden. En het idee van de maakbaarheid van de samenleving wat eruit spreekt. Ik heb veel geschreven over brede scholen. Ik heb vol enthousiasme meegeschreven aan een boek over diverse vormen van dagarrangementen (‘En al was mijn moeder thuis’, SWP 2009). Ik ben er klaar mee. Niet met het idee dat de aansluiting tussen de verschillende voorzieningen beter moet en beter kan. Niet met het idee dat er een goed aanbod moet zijn voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Dat is nog steeds het geval, maar met het grote van bovenaf gestuurde plan. Om met de woorden van Anja Hol (BBMP, juli 2011) te spreken: ‘Het idee van hele-dagarrangementen en allerlei aanbod waar kinderen uit kunnen kiezen, is een soort droomverhaal geweest.’
In hetzelfde nummer zegt Yvette Vervoort van het onlangs opgeheven Netwerkbureau Kinderopvang weinig voorbeelden te kennen van geslaagde situaties. Vervoort: ‘Waar het lukt heeft het ermee te maken dat twee mensen, de schooldirecteur en de locatiemanager of directeur kinderopvang, elkaar vinden en zeggen: we gaan het gewoon oplossen.’ Toch vindt ze het geen hopeloze opdracht, want er is de afgelopen jaren al veel in beweging gekomen. ‘En de maatschappelijke ontwikkelingen zijn zo dat het echt wel door zal gaan’, zegt ze.
We leven in een postmoderne tijd, maar nog niet iedereen beseft dat. De tijd van het geloof in de grote verhalen, nieuwe concepten is voorbij. Wat we kunnen doen, is het enthousiasme van onderop aanwakkeren door enthousiaste verhalen door enthousiaste mensen.
Alleen mensen aan de basis zetten wat in beweging. Zo sprak ik een schoolbestuurder die de mobiliteit in zijn basisscholen zo wist te bevorderen dat het bijna aan eigen succes ten onder ging. Terwijl leerkrachten normaal gesproken nauwelijks in beweging zijn te krijgen. Hij deed dat door iedereen die van school was veranderd, zijn enthousiaste verhaal te laten vertellen. Op veel verschillende plaatsen. Dat inspireerde, nam koudwatervrees weg en deed navolgen.
Een betere aansluiting tussen verschillende voorzieningen moet van onderop komen. Op lokaal niveau door enthousiaste mensen. ‘We gaan het gewoon oplossen’ werkt beter dan een droomverhaal. Daar komt nog eens bij dat bij de behandeling van onze motie tijdens de raadsvergadering weinig mensen het ingewikkelde woord dagarrangement begrepen.