dinsdag 14 december 2010

Marktwerking

Column in Management Kinderopvang, 12 2010

Als politiek minder te vertellen krijgt over de publieke sector, krijgen mensen minder te vertellen over de samenleving. Een uitspraak van SP’er Emile Roemer in het debat rond de regeringsverklaring. Niet alleen bij de SP, maar in de hele samenleving ligt marktwerking nog steeds onder vuur. En terecht, want hoe zou de kinderopvang ervoor gestaan hebben als de marktwerking in de sector niet zo’n vlucht had genomen?
Dan was bijvoorbeeld de kinderopvang van de Amsterdamse Stichting Welzijn Zuid nog steeds van ons, het volk, geweest. Stichting Welzijn Zuid werd Combiwel, Combiwel werd Compagnie. Landelijke en lokale politici zullen niet weten dat het een onderdeel is van Catalpa, de kinderopvangorganisatie met de meest commerciële uitstraling, maar feeling hebben politici ook niet met Compagnie. De naamswijzigingen werken ontheemdend. Dat zijn niet ‘wij’, dat zijn ‘zij’. Dat klinkt naar commercieel. Daar kun je gemakkelijk op bezuinigen. In lokaal jeugdbeleid staat de kinderopvang om die reden altijd achteraan in de rij. Ze doet niet echt meer mee. Hoe gemakkelijk is het dan om die sector op het hakblok te leggen in tijden van bezuinigingen.
Maar de marktwerking heeft toch ook veel goeds gebracht? Meer kwaliteit, meer efficiency? Zeker, maar dat is een beweging die je ook in de volledig publieke sector vindt. Denk aan het onderwijs. Het nieuwe buzzword in het onderwijs is ‘opbrengstgericht werken’. Scholen zijn zich ervan bewust dat ze kwaliteit moeten leveren, dat ze afgerekend worden op hun resultaten. Niet alleen de Onderwijsinspectie, maar ook de Citoscores en de scholenranglijsten van Trouw en Elsevier werken dat in de hand. De kinderopvang daarentegen kent nauwelijks openbare verantwoording, buiten het vrij basale GGD-inspectierapport. Het Algemeen Dagblad deed in 2008 een halfslachtige poging met de Nationale Crèchetest, maar daar hebben we sindsdien nooit meer iets van vernomen.
Schooldirecteuren zijn bovendien managers geworden van wie een sluitende begroting geëist wordt en dus een efficiënte personeelsinzet en verantwoorde materiële uitgaven. Daar kan de kinderopvang vaak nog wat van leren. Ik sprak onlangs een schoolbestuurder die een leerkracht een offerte liet uitbrengen voor zijn nieuwe schooljaar in groep 6. Nog als experiment, maar hij wil dat zijn medewerkers zich bewust worden van de kosten en baten van het runnen van een groep. Ook dacht hij eraan om een leerkracht van een groep van dertig, wat bij hem zes leerlingen boven het break-evenpunt is, extra te betalen. Dan klaagt er geen leerkracht meer dat zijn groep zo groot is.
Prestatiemanagement kortom is niet meer voorbehouden aan de private sector en marktwerking heeft de kinderopvang misschien wel veel goeds gebracht, maar het komt als een boemerang terug.