maandag 11 oktober 2010

Opvoedkramp

Column in eigenWijs 28, tijdschrift voor pedagogisch medewerkers

In het boek ‘Kleine dagen’ van Bernard Dewulf (Librisprijs-winnaar 2010) is een vader aan het stoeien met zijn zoon. De toekijkende grootvader merkt op: ‘Hadden wij dat maar gekund met jullie’. ‘Knuffels zijn een recente ontwikkeling’, concludeert de zoon/schrijver. En verder: ‘In die terloopse zin (van de grootvader) zaten zijn verdriet en woede daarover.’
Wat hebben ouders het tegenwoordig gemakkelijk. Ze mogen knuffelen, genieten, trots zijn, verwennen. Ze mogen kinderen naar hun mening vragen, maar ook nog dooddoeners gebruiken als “omdat ik het zeg”. En als het onverhoopt wat minder gaat, vinden ouders een luisterend oor bij het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Ouders hebben geen reden tot klagen, zou je zeggen. Toch wordt het moderne ouderschap geproblematiseerd als nooit tevoren. Ondanks domineerde een onderzoek onder 600 ouders van het maandblad J/M, voor ouders het nieuws. Ouders ervaren opvoedstress; de angst voor mislukking maakt ouders faalangstig; opvoeden is een doorlopend examen; ouder hebben opvoedkramp. Zo luidde de conclusies.
Het onderzoek bevestigt het clichébeeld over ouders en komt niet toevallig uit in augustus, komkommertijd. Het zet niet alleen ouders op de kaart, maar vooral ook het blad J/M. Goed voor de verkoop, zo’n onderzoek.
Zijn de conclusies opzienbarend? Vier op de tien ouders vinden dat veel ouders hun kroost opvoeden tot onzelfstandige watjes. Een dergelijke uitkomst zagen we in meer onderzoeken. Ik doe het goed, maar anderen niet. Het gaat goed met mij, maar slecht met de wereld.
Andere conclusie: ouders hebben regelmatig het gevoel het niet goed te doen Natuurlijk twijfelen ouders soms. Dat hoort bij een kritische houding. Wie wil er ouders die nooit twijfelen. Pedagogiek is bovendien geen exacte wetenschap. Ik neem aan dat ook pedagogisch medewerkers regelmatig twijfelen of ze het wel goed doen. Daar komt nog bij dat opvoedkundige ideeën veranderen met de jaren. Zie de grootvader die niet mocht knuffelen met zijn kinderen.
Nog steeds mogen ouders trouwens veel dingen niet. Dit maal van de onderzoekers van J/M. Wie zijn kind een fietshelm opzet, een badthermometer gebruikt of een kindveilig stopcontact, valt al gauw in de categorie hyperouder. 79 procent van de ouders heeft zo’n kindveilig stopcontact staat in het onderzoek. Watjes!
De Nederlandse kinderen behoren tot de gelukkigste van heel de wereld. Nederlandse volwassenen doen het ook niet slecht. Wie ouders wíl zien als faalangstig en hyperbezorgd, ziet ook faalangstige en hyperbezorgde ouders. Maar laten we elkaar niets aanpraten.