dinsdag 5 januari 2010

Slepen

Column in Management Kinderopvang, december 2009

Nederland is een land van slepers. En dan doel ik niet op de zeesleepdiensten van Smit Tak en Wijsmuller, maar op ouders met hun kinderen. Sharon Dijksma zei het weer, op het Jeugdjournaal vanaf de Kindvak. Ze heeft gelijk, dacht ik, me een recente discussie op het schoolplein herinnerend over de vraag wie verantwoordelijk was voor het ophalen en naar de bso brengen van de kinderen vanaf het zwembad (in plaats van vanaf school). Dijksma legde vervolgens in jeugdjournaaltermen haar opvattingen over het belang van een brede school uit.
Mijn 11-jarige dochter keek misprijzend. Ze zag er helemaal niets in. ‘Jeugdzorg zegt dat we meer moeten bewegen.’ (Ze kreeg onlangs vragen van de schooldokter over hoeveel ze beweegt.) ‘Nou, daar komt dus helemaal niets van als je de hele dag in hetzelfde gebouw zit. Nu fiets ik vier keer naar en van school, nog een keer naar de bibliotheek, en naar atletiek. Straks zit iedereen de hele dag achter zijn Nintendo in een brede school.’ Ach, het is maar voor twee of drie dagen, nuanceerde ik haar gemopper, en bovendien kun je daar ook buitenspelen.
Maar we weten allemaal hoe de druk op vrouwen om meer te werken dan die twee of drie dagen wel enorm wordt opgevoerd. Dat kunnen er in de toekomst dus gemakkelijk vier of vijf worden. Komen onze kinderen dan nog alleen buiten? Kunnen ze nog rondhangen bij de skatebaan? Zelf een boodschap gaan doen? Lekker lummelen op je eigen houtje in de bibliotheek? Worden ze niet erg geïnstitutionaliseerd? Niet voor niets breekt het boek ‘Het laatste kind in het bos’ een lans voor de bescherming van scharrelkinderen. De Rode Hoed hield onlangs zelfs een debat over de balans tussen vrijheid en veiligheid in de opvoeding, onder de pakkende titel ‘Scharrelkinderen en ophokkoters’.
Veilig zal een kind in een brede school zeker zijn en dat is heel plezierig voor de jongere basisschoolkinderen. Maar waar is de vrijheid die de ouderen nodig hebben? Onlangs hoorde ik een schooldirecteuren klagen over de inpandige bso. Het schreeuwen en het wilde spel tijdens de bso-uren pasten niet bij zijn pedagogisch beleid onder schooltijd. Had-ie dat geweten dan was die bso niet in de school gekomen. Weg bredeschoolidee dus?
Los van het al dan niet toestaan van schreeuwen en rennen worden kinderen niet groot als ze voortdurend onder de wakende blik van volwassenen verkeren. Daar zullen de architecten van brede scholen zeker rekening mee moeten houden. En dan nog kun je je afvragen hoe zelfstandig straks onze twaalfjarigen zijn. Zal de wal het schip niet keren, om in scheepstermen te blijven?