donderdag 22 november 2007

MBO-niveau

Column in Management Kinderopvang 11/07

‘Wij creëren een veilige en zorgzame omgeving waarin het kind zich thuis voelt en zichzelf optimaal kan ontwikkelen’: een willekeurige zin uit een willekeurig pedagogisch beleidsplan. Duidelijk, zult u zeggen. Toch snapt meer dan de helft van de afgestudeerde mbo-leerlingen deze zin niet. Ruim de helft blijft namelijk steken op het zogenaamde A-niveau, zo blijkt uit onderzoek van Bureau ICE, dat taalprogramma’s en taaltoetsen ontwikkelt. Dat leidde in oktober tot alarmerende koppen in alle landelijke dagbladen. ‘Leesniveau mbo-leerlingen ondermaats’, ‘Mbo-scholier faalt door slecht lezen’, ‘Bijspijkeren taal lukt op mbo niet meer’, ‘Slechte Nederlandse mbo’ers’. Mbo’ers blijken zo slecht te zijn in taal dat ze moeite hebben om hun eigen studieboeken te lezen.
Het A-niveau houdt in dat mensen in het beste geval korte, eenvoudige teksten kunnen lezen. De tekst moet heel concreet zijn en informeel. Een zin is niet langer dan negen woorden, woorden zijn niet langer dan vijf letters. De zinnen hebben maar één hoofdgedachte en die staat aan het begin van de zin. Zie ook http://www.texamen.nl/ voor verdere kenmerken van taalniveaus.
Veel van die mbo’ers gaan werken in de kinderopvang. Daar worden ze niet langer leidster, maar pedagogisch medewerker. En dat is meer dan een wijziging van naam. De kinderopvang vindt dat deze functienaam beter weergeeft wat het beroep inhoudt. Het geeft in ieder geval aan dat in de kinderopvang de nadruk steeds meer is komen te liggen op pedagogiek en minder op opvang. Dat vraagt wat van deze medewerkers. Dat vraagt ook wat van hun begeleiders. Wat kunnen mbo’ers die lezen op taalniveau A1 of A2 bijvoorbeeld met het taalgebruik in veel pedagogische beleidsplannen of notities? Welke ideeën hebben ze bij uitdrukkingen als ‘het kind centraal’, ‘kindgericht werken’? Wie zijn eigen stukken naleest met bovenstaande zinskenmerken in het achterhoofd zal begrijpen dat het voor veel leidsters abracadabra (elf letter) is.
Er wordt vaak nogal geklaagd over het niveau van de SPW-afgestudeerden. Maar misschien hebben we ze al die jaren ook wel overschat. Het zijn veelal meisjes die midden in hun pubertijd, vaak bij toeval voor een SPW-opleiding kozen en die klaarblijkelijk de helft van de leerstof niet begrepen hebben. Te negatief? Wedden dat je ze kunt scholen tot echte pedagogische medewerkers nu ze de jaren des onderscheid bereiken. Maar wel met de juiste begeleiding, op het juiste niveau.