Vrouwen en mannen
in Management Kinderopvang, 5 2017
‘Mevrouw, ik kan nergens iets aan doen, want ik ben een
puber en ik heb ADHD’. Dat zei onlangs een leerling die uit de les was
gestuurd. Daar kan hij nu nog aan toevoegen: ‘En ik ben een jongen.’
Meisjes doen het steeds beter in het onderwijs en op de
arbeidsmarkt. De universiteit telde in 2016 iets meer meisjes dan jongens. En
in plaats van dat we blij zijn dat ze hun achterstand hebben ingehaald, moet de
noodklok geluid worden. Jongens komen in de verdrukking.
Sire maakte heel wat los met haar campagne om jongens
jongens te laten zijn.
‘Met zijn stereotiepe boodschap draait Sire 100 jaar
vrouwenemancipatie terug en doet jongens tekort’, waarschuwen Jens van Tricht
en Hanneke Felten in Trouw (1 augustus). ‘Stel je eens deze campagne voor: “Laat
jij jouw meisje genoeg meisje zijn?” In het filmpje zie je meisjes ‘tutten’ met
poppen en make-up. (…) Als klap op de vuurpijl kan ieder meisje een zacht
zoemend stofzuigertje winnen om haar vrouwelijkheid alle ruimte te geven.
'Jongens leren door te doen, maar meisjes ook’, vindt Joyce
Endendijk, universitair docent Pedagogiek aan Universiteit Utrecht (nos.nl, 25
juli) ‘De verschillen tussen jongens en meisjes worden benadrukt en jongens
worden over een kam geschoren. Hokjesdenken. Op scholen waar jongens het wél
goed doen, is geen specifiek beleid op jongens. Daar is beleid op algemene
zaken, zoals structuur en individuele aandacht.’
Dat is waarschijnlijk ook waar de Leidse hoogleraar Judi
Mesman op doelt als ze zegt: ‘Misschien worden jongens niet te veel, maar juist
te weinig beteugeld.’ (de Volkskrant, 29 juli) Het is maar een hypothese, zegt
ze, net als de stelling van Sire als niet meer dan een hypothese moet worden
gezien.
‘Vrouwen zijn niet gelijk aan mannen, ze zijn in veel
opzichten superieur en veel van die opzichten zullen in de toekomst belangrijk
zijn’. Zo wordt de Amerikaanse gedragsbioloog Melvin Konner geciteerd in de
prachtige essaybundel van Marja Pruis (Genoeg nu over mij). Pruis: ‘We kunnen
er kort over zijn: extreme mannelijke overheersing is een anomalie in onze
geschiedenis. Ze is van lange duur geweest, maar ze is tijdelijk. (…) De vrouw
het heft in handen laten nemen is de volgende stap in de menselijke evolutie,
het kan niet missen.’
Aan het eind van het boek is Pruis overigens helemaal klaar
met het verschil tussen mannen en vrouwen, nadat ze in een val is getrapt en
het werk van een fotograaf als van een vrouw
beoordeeld had, terwijl het een man was. Had ze oogkleppen op? Pruis besluit nooit
meer te schrijven over mannen en vrouwen. ‘En ik nam me voor om alles wat ik
tot nog toe heb geschreven te herroepen. Bij dezen.’