vrijdag 5 januari 2018

Vrouwen en mannen


in Management Kinderopvang, 5 2017

‘Mevrouw, ik kan nergens iets aan doen, want ik ben een puber en ik heb ADHD’. Dat zei onlangs een leerling die uit de les was gestuurd. Daar kan hij nu nog aan toevoegen: ‘En ik ben een jongen.’
Meisjes doen het steeds beter in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. De universiteit telde in 2016 iets meer meisjes dan jongens. En in plaats van dat we blij zijn dat ze hun achterstand hebben ingehaald, moet de noodklok geluid worden. Jongens komen in de verdrukking.
Sire maakte heel wat los met haar campagne om jongens jongens te laten zijn.
‘Met zijn stereotiepe boodschap draait Sire 100 jaar vrouwenemancipatie terug en doet jongens tekort’, waarschuwen Jens van Tricht en Hanneke Felten in Trouw (1 augustus). ‘Stel je eens deze campagne voor: “Laat jij jouw meisje genoeg meisje zijn?” In het filmpje zie je meisjes ‘tutten’ met poppen en make-up. (…) Als klap op de vuurpijl kan ieder meisje een zacht zoemend stofzuigertje winnen om haar vrouwelijkheid alle ruimte te geven.
'Jongens leren door te doen, maar meisjes ook’, vindt Joyce Endendijk, universitair docent Pedagogiek aan Universiteit Utrecht (nos.nl, 25 juli) ‘De verschillen tussen jongens en meisjes worden benadrukt en jongens worden over een kam geschoren. Hokjesdenken. Op scholen waar jongens het wél goed doen, is geen specifiek beleid op jongens. Daar is beleid op algemene zaken, zoals structuur en individuele aandacht.’
Dat is waarschijnlijk ook waar de Leidse hoogleraar Judi Mesman op doelt als ze zegt: ‘Misschien worden jongens niet te veel, maar juist te weinig beteugeld.’ (de Volkskrant, 29 juli) Het is maar een hypothese, zegt ze, net als de stelling van Sire als niet meer dan een hypothese moet worden gezien.
‘Vrouwen zijn niet gelijk aan mannen, ze zijn in veel opzichten superieur en veel van die opzichten zullen in de toekomst belangrijk zijn’. Zo wordt de Amerikaanse gedragsbioloog Melvin Konner geciteerd in de prachtige essaybundel van Marja Pruis (Genoeg nu over mij). Pruis: ‘We kunnen er kort over zijn: extreme mannelijke overheersing is een anomalie in onze geschiedenis. Ze is van lange duur geweest, maar ze is tijdelijk. (…) De vrouw het heft in handen laten nemen is de volgende stap in de menselijke evolutie, het kan niet missen.’

Aan het eind van het boek is Pruis overigens helemaal klaar met het verschil tussen mannen en vrouwen, nadat ze in een val is getrapt en het werk van een fotograaf als  van een vrouw beoordeeld had, terwijl het een man was. Had ze oogkleppen op? Pruis besluit nooit meer te schrijven over mannen en vrouwen. ‘En ik nam me voor om alles wat ik tot nog toe heb geschreven te herroepen. Bij dezen.’