Column in Management Kinderopvang 6 2014
Incident 1: kleuter speelt doktertje en Jeugdzorg klaagt ouders aan (Volkskrant 21-42014). Een meisje van zes en een jongen van zeven spelen herhaaldelijk doktertje in het oppasgezin waarnaar het meisje gaat. De ouders vragen raad bij een pedagogisch medewerker van de kinderopvang. Die adviseert om het kind uit de buurt van het jongetje te houden. Ouders vinden dat overdreven. Pedagogisch medewerker meldt het incident bij het AMK. Dat schakelt Jeugdzorg in. Jeugdzorg beschuldigt ouders van ‘emotionele verwaarlozing’. Ouders zijn verbijsterd en dienen klacht in.
Incident 2: de vader van Max (Volkskrant 21-4-2012) wordt door medewerkers van het kinderdagverblijf aangeklaagd bij het AMK vanwege kindermisbruik. Max had namelijk zijn broek laten zakken en zijn piemeltje laten zien. AMK constateert dat er geen sprake is van misbruik, maar het leven van de ouders van Max staat radicaal op zijn kop. Advocaat Richard Korver zegt in het Volkskrant-artikel jaarlijks tien van zulke gevallen te krijgen.
Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht een meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld te gebruiken bij vermoedens. ‘Professionals die werken met een meldcode grijpen drie keer zo vaak in als collega's die zo'n code niet gebruiken, meldt de rijksoverheid op haar website. Dat blijkt dus niet altijd iets om trots op te zijn. Overigens leidt maar ongeveer een derde van de meldingen bij het AMK tot een onderzoek door Jeugdzorg.
Een meldcode is geen meldplicht, maar een plicht tot het volgen van een stappenplan wanneer er vermoedens zijn van kindermishandeling of huiselijk geweld. Professional moeten hierdoor aangesproken worden op hun eigen verantwoordelijkheid.
Maar hoe werkt die eigen verantwoordelijkheid als je bij een misstap de hele wereld over je heen krijgt? Iedereen weet waar die te snelle meldingen vandaan komen. De zaak Savanna, de zaak Robert M. Medewerkers in de jeugdzorg nemen minder risico’s uit angst dat ze vervolgd worden, omdat ze een zaak niet serieus genoeg hebben genomen. Datzelfde geldt waarschijnlijk ook voor de kinderopvang.
Eigenlijk geldt dit voor de hele samenleving. De middelbare school voert een extra toets in bij toelating, ook al is het advies van de basisschool duidelijk. Want zowel ouders als inspectie hijgen in haar nek. In het eerste geval als ouders vinden dat een kind onterecht is afgewezen, in het tweede geval als een kind ‘zijn’ niveau niet haalt.
In alle gevallen is het een kwestie van wantrouwen van de capaciteiten van de professional. Wantrouwen zorgt voor uitwassen. En ja, professionals maken fouten. Maar als dat niet meer mag, durft niemand meer zijn nek uit te steken.