donderdag 8 november 2012

Economie versus welzijn

Column in eigenWijs 36

Mijn jongste dochter heeft vanaf dit schooljaar een continurooster. De ouders is vorig jaar, zoals het hoort, in een enquête gevraagd of ze voor of tegen waren. Een nipte meerderheid stemde voor. Ik ook, na enige aarzeling. Mijn dochter wil graag alle dagen overblijven met haar klas. En ik besef best dat de oude schooltijden niet meer van deze tijd zijn. Ik herinner me nog die eerste dag dat ik mijn oudsten (tweeling) naar school bracht en me hogelijk verbaasde over het continu brengen en halen. Het continu op je horloge kijken of het nog geen tijd was. Sinds mijn moeder mij naar de kleuterschool bracht, was er niets veranderd. Hoe is het mogelijk, dacht ik. Ik was zo aan de kinderopvang gewend, aan ’s morgens brengen en aan het eind van de dag halen.
Maar inmiddels is mijn ritme aangepast aan het schoolregime en vind ik het heerlijk dat ik er tussen de middag nog geregeld eentje thuis heb. Of twee of drie, als er vriendinnetjes mee komen om een boterham te eten of tosti’s of een broodje knakworst.
Dat is voorbij. En dat is goed, maar het vervult ook met weemoed. Ik heb het idee dat instanties die zich beijveren voor andere schooltijden die weemoed onderschatten. Sowieso ziet men in discussies over kinderopvang nog wel eens over het hoofd dat het ouders niet uitsluitend om efficiency te doen is. Daarom slaan goedbedoelde initiatieven als warme-maaltijden of een kapper op de kinderopvang of zwemles vanuit de bso vaak niet aan. 
Quality time met je kinderen zit namelijk niet alleen in samen een spelletje doen of naar Artis, maar ook in gewone dingen samen doen: naar de kapper gaan, naar zwemles en vooral samen eten. Ooit hoorde ik een mooie uitspraak van een tegenstander van kinderopvang. ‘Je huurt toch ook geen gezelschapsdame om je man bezig te houden’, zei ze. Of een ander die pleitte voor het fulltime-moederschap: ‘Je kunt nog zo’n goede voetballer zijn, maar als je slechts een kwartiertje speeltijd krijgt, wordt het lastig om je team naar de overwinning te helpen.’ 
Het moet ouders makkelijk gemaakt worden om meer uren te werken. Terecht. ‘It’s the economy, stupid’, zei Bill Clinton in 1992. Het draait om de economie is een sindsdien veel gehoorde boodschap. Maar waarvoor dient de economie als het niet voor ons welzijn is? Ik denk dat ouders en kinderen vooral baat hebben bij een ontspannen samenleving, met voldoende tijd voor hun kinderen. En ik ben daarom groot voorstander van parttime werken, voor mannen en vrouwen, voor laag- en voor hoogopgeleiden. En dus ook parttime naar de kinderopvang. Dat houdt het voor iedereen leuk.