Leugens, grote leugens en statistieken
in Management Kinderopvang, april 2008
Dol op statistieken zijn de media. Maar heb je er wat aan? Iedereen gaat ermee aan de haal. Nu weer met de cijfers over het effect van de extra gelden voor kinderopvang op de arbeidsparticipatie van vrouwen.
Zoals de CNV Vakcentrale: ‘Omdat de arbeidsparticipatie van vrouwen niet toeneemt, zoals het CPB vandaag bekend maakte, wordt het hoog tijd dat informele kinderopvang voor een vergoeding in aanmerking komt.’ En wat maakte het CPB op die dag bekend: ‘De participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt is de afgelopen decennia fors gestegen, maar de gemiddelde baanomvang van werkende vrouwen is vanaf het begin van de jaren negentig nauwelijks veranderd.’
Elsevier pakt het onderwerp kinderopvang weer eens op naar aanleiding van een Telegraafkop over budgetoverschrijding. In een filmpje op de website roept een verbeten vrouwelijke redacteur iets over een bodemloze put. Recept voor fraude en je ziet alleen maar een verschuiving van informeel naar formeel, geen toename van de arbeidsparticipatie.
Daarentegen weet Ineke Dezentjé Hamming van de VVD heel precies dat we op dit moment een toename zien van de arbeidsdeelname van vrouwen. En dat komt door haar partij, die ‘heeft bijgedragen een slinger te geven aan het gebruik van de kinderopvang’ (BBMP, 02/08).
Al sinds 1975 stijgt de arbeidsparticipatie van vrouwen ieder jaar, zoveel is duidelijk. Maar met hoeveel? En heeft de Wet kinderopvang daar invloed op gehad? We komen er niet achter. Het SCP-rapport ‘Nederland Deeltijdland’ laat in een grafiek een gestaag opgaande lijn zien tot 66 procent in 2006 (arbeidsdeelname van vrouwen tussen 15 en 65) jaar. Maar het CBS laat die opgaande lijn stoppen bij 59,8 procent in 2006. Het is me niet gelukt om te achterhalen waarin het verschil zit. Wat wel helder is, is dat in de CBS-cijfers de stijging tussen 2005 en 2006 iets sterker is dan de voorafgaande jaren, maar niet sterker dan het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Weinig reden dus voor Dezentjé om zich zo op de borst te slaan, lijkt mij.
In de branche bespeur je inmiddels ook kritische geluiden over het Van Aartsen/Bos-effect. Bestaat dat effect wel? Natuurlijk is de bso salonfähig geworden door koppeling aan de basisschool. Een enorm sterk merk. Maar die extra toeloop naar de bso wordt die toch niet vooral veroorzaakt omdat al die voormalige crèchekinderen inmiddels op de basisschool zitten? Probeer dat maar eens te achterhalen uit de statistieken. Ik wens u veel succes.