Risico’s beschrijven, niet vermijden
Gisteren ging mijn jongste dochter van 15 naar een feestje
van haar oudere zus in Amsterdam. Ik zie wel hoe laat ik thuis kom, zei ze me.
Even keek ik bedenkelijk. 15 jaar, Amsterdam in de nacht. Maar ik weet hoe druk
het is op het centraal station om middernacht.
Opvoeder zijn is loslaten. Veel eerder loslaten dan je zelf
zou willen. Voor mijn gevoel stond ik gisteren nog de schoolreisjesbus uit te
zwaaien naar het Sprookjesbos in Enkhuizen: met drie van mijn kinderen in
dezelfde bus. De hele dag een zeurderig gevoel in mijn maag.
Wijze ouders laten hun kinderen los, maar raken hen nooit
kwijt, zegt mijn bijbel De Tao voor ouders. En ‘Hoe wijder ik mijn armen open,
hoe meer er naar mij toe zal stromen.’
Maar ik ben realist genoeg en ook mij beroeren de Anne
Faber-verhalen. Daarom spreekt ook het accountantsmotto mij aan: je bent pas in
control als je weet waar je het niet bent.
Risico’s beschrijven maakt dat je je bewust bent van wat er
zou kunnen gebeuren. En niet alleen de medewerkers van het kindercentrum, maar
ook de ouders moeten dat weten. Want iedere pedagogisch medewerker kent de
ouders die hun kind aan het begin van de dag als een prinsje afleveren en hem
aan het eind van de dag nog even gestreken op willen halen.
Die ouders moet je helpen om te leren loslaten. Dat vraagt er
natuurlijk wel om in gesprek te gaan met ouders. Vanaf het eerste
kennismakingsrondje door het kinderdagverblijf. De kinderopvang wil bijdragen
aan de ontwikkeling van kinderen. Maak duidelijk dat de motorische ontwikkeling
daarvan een belangrijk onderdeel is. Rennen, klimmen, vallen, stoten, ravotten
en soms ook een vechtpartij. Ze horen erbij.
Risico’s beschrijven moet echter niet worden risico’s
vermijden. Risico’s in kaart brengen helpt daarbij. Dat kan ook heel goed met
alle betrokken partijen, ouders en kinderen. Zoals dat (hopelijk) ook gebeurt
met de brandoefening. In mijn gemeente vond vorig jaar een grote rampenoefening
plaats op Marken. Schoolklassen deden mee om een levensechte overstromingsramp
na te spelen. En ze genoten.
‘Natuurlijk mag jij in die boom klimmen, maar hoe ga je dat
handig doen, zodat je niet naar beneden valt’. Pedagogisch medewerker zijn, is
een hele uitdaging. Je moet ogen en oren in je rug hebben. Daarom is het goed
om samen regelmatig de ‘gevaarlijke’ plekken langs te lopen. Zonder kinderen
bang te maken en te belemmeren in hun durf. Want vallen hoort erbij.