Majesteiten
Column in eigenWijs nr. 20, tijdschrift voor pedagogische medewerkers van Kinderopvang Humanitas
‘Elk kind dat in Nederland na 1980 geboren is, lijkt in de wieg gelegd te zijn in een t-shirt met de tekst: I am Special. Niet om de een of andere prestatie, maar vanzelf al. Wij prijzen de tekening van een kind van drie alsof het om een Picasso gaat. Dat is goed voor het zelfvertrouwen, maar het houdt wel de realiteit buiten de deur.’ Dit zijn woorden van Jan Derksen, hoogleraar klinische psychologie (Intermediair, 20 maart 2008). En wat is het gevolg, meent Derksen, op latere leeftijd zijn onze kinderen als tropische vissen in de Noordzee: de werkelijkheid is hard, alles doet hen zeer. Een tweejarige vindt zichzelf de koning van het heelal, het middelpunt van de wereld. In die fase moet je een kind daarom ‘optimaal frustreren’, vindt Derksen. En optimaal frustreren is bijvoorbeeld een kind laten verliezen met een spelletje, maar ook hem laten zien dat hij valt omdat zijn beentjes nog te kort zijn. Zo voorkom je dat kinderen opgroeien met het idee dat ze al helemaal perfect zijn.
Derksen verwoordt voor mij waarom ik zo’n moeite heb met het nieuwe kindercentrum dat onlangs bij mij om de hoek is geopend. Sorry, het is geen kindercentrum, maar een kinderdagpaleis. Zo noemen ze zichzelf. Op de website worden kinderen aangesproken als hoogheden en majesteiten. De inrichting is een paleisje. Letterlijk. Met veel tronen en er is veel hermelijnrood en goud dat er blinkt. De kinderen zijn hier de koning van het heelal.
Commercieel gezien hebben de uitbaters groot gelijk. Het kindercentrum onderscheidt zich duidelijk van de concurrent die twee straten verderop is gevestigd. Het idee spreekt een bepaalde groep ouders aan, want om mij heen hoor ik enthousiaste geluiden.
Opeens ziet mijn eigen vertrouwde kindercentrum er kaal en ongezellig uit. Toch zou ik het niet willen inruilen voor het nieuwe. Hier worden de kinderen niet als majesteiten op hun wenken bediend, maar leren ze juist op hun beurt wachten, samen delen en samen spelen.
Achter iedere inrichting zit een filosofie. Ook al is die niet meteen zichtbaar. Aan pedagogische medewerkers de taak om ouders uit te leggen waarom hun kindercentrum eruit ziet zoals het eruit ziet. Zodat ze zien dat er misschien wel meer goud blinkt in een sober en rustig ingericht kindercentrum dan in een sprookjespaleis.