Column in Management Kinderopvang 6 2013
Peuterspeelzaal en kinderopvang zijn twee communicerende vaten. Groeit de kinderopvang dan daalt de belangstelling voor peuterspeelzaalwerk en andersom. Daaruit kun je concluderen dat ouders hoe dan ook vinden dat hun jonge kinderen moeten spelen met andere kinderen, dat de activiteiten die plaatsvinden op zowel de kinderopvang als de peuterspeelzalen goed zijn voor de ontwikkeling van hun kinderen. Dat horen ouders ook altijd van de kleuterjuf op school: kinderen die naar de speelzaal of crèche zijn geweest, kunnen zoveel meer.
Ouders weten dat al eeuwen. Mijn broertje ging veertig jaar geleden al naar een peuterschool, omdat zonder zijn schoolgaande zussen het leven thuis wel heel beperkt was. Ook hedendaagse ouders die gebruikmaken van al die nieuwe opvangvormen begrijpen dat. Spelen met het buurjongetje: leuk, maar het is geen peuterspeelzaal. Opa en oma die oppassen: handig, maar niet van hetzelfde niveau als het kinderdagverblijf.
Daar ligt het unique selling point van de kinderopvang. Plus de zorg voor kinderen met achterstanden. ‘Peuterspeelzalen kampen met groeiende wachtlijsten’, meldt Kadernieuws (mei 2013), het nieuwsblad voor schoolleiders in het primair onderwijs. ‘Vooral voor kinderen die vroeg- en voorschoolse educatie nodig hebben, is dit geen goede ontwikkeling.’ Marijke Vos, voorzitter van de MOgroep spreekt in het blad haar zorg uit dat kinderen met achterstanden en opvoedingsproblemen daardoor uit beeld verdwijnen.
De gemeenten krijgen binnenkort nog meer dan nu de verantwoordelijkheid voor deze kinderen. De overgang van de jeugdzorg naar gemeenten (transitie jeugdzorg) maakt dat de dood van jongetjes als Ruben en Julian rechtstreeks op het bordje van de wethouder komt te liggen.
Ik wil niet zeggen dat goede voorschoolse voorzieningen alle narigheid kunnen voorkomen, maar het is wel de plaats waar kinderen gezien worden, waar nu ook al vaak het startpunt van de hulpverlening ligt. Het is niet voor niets dat Centra voor Jeugd en Gezin steeds vaker hun ivoren toren en eigen pand verlaten en hun intrek nemen in het kindercentrum. Maar dan moeten ze daar de kinderen wel treffen.
Kinderopvang hou op over kosten, over de combinatie van werk en zorg, over onterechte inspecties. Zet vol in op achterstanden en zorg. Sluit de rijen met de peuterspeelzaal en bewerk de lokale politiek, de Jeugdzorg, de Centra voor Jeugd en Gezin, de GGD’s, de minister.
Er is in Nederland veel zorg over de jeugdzorg. Iedereen wijst naar de talloze instanties die bij de twee broertjes betrokken waren. Iedereen maakt zich zorgen over de transitie. Gaat dat wel goed als alles in handen van de gemeente komt? Dit is daarom de tijd om een rol op te eisen in dat debat. Wie kinderen vroeg in het vizier wil krijgen, kan niet om kinderopvang en peuterspeelzaal heen.